De Kamina
Historische Achtergrond
In de jaren vijftig worden duizenden jonge mannen opgeroepen om hun verplichte legerdienst te vervullen bij het Belgische leger. Ze hadden de keuze uit de lucht-, land- of zeemacht.
​Diegenen die kozen voor de Zeemacht konden ingezet worden op De Kamina,
een schip dat in 1938 wordt gebouwd op de Antwerpse werf Cockerill Yards.
​​
In 1940 wordt het schip voor ’t eerst te water gelaten. Oorspronkelijk was het bedoeld als fruitschip voor een Poolse rederij. Maar een paar maanden later – bij het begin van de tweede wereldoorlog – wordt het door Duitsland in beslag genomen en dient het als
ondersteuningsschip voor Duitse onderzeeërs.
Nieuwe Missie
In 1945 vindt de Britse Royal Navy het schip terug en wordt het onder de naam HMS Royal Harold ingezet als hotelschip voor Britse troepen die de Duitse havenstad Kiel controleren. In 1950 geven de Britten het schip terug aan België en wordt het omgedoopt tot T.N.A. Kamina (AP907), genoemd naar een stad in het toenmalige Belgisch-Congo.
​
De Kamina is vanaf dan een transport- en bevoorradingsschip voor het Belgische leger. In 1951, vaart de Kamina naar Congo onder een gewijzigde naam T.N.A. Kamina (AP957).
Aan boord: beroepsmilitairen en soldaat-miliciens (o.a. para’s en matrozen). Het ruim is volgestouwd met voedsel en drank. De matrozen die hun legerdienst vervullen op het schip weten amper wat hen zal overkomen of waar ze heengaan.
Onwetendheid
In 1955 weet Edmond De Rauw, vader van acteur-performer Ron De Rauw, dat ook hij maandenlang matroos zal zijn op de Kamina. Zoals vele van zijn generatiegenoten is hij nog niet veel verder geweest dan de grenzen van zijn eigen dorp. De reis naar Antwerpen en de ontdekking van de stad zijn een avontuur op zich.
​
In de tijd die volgt, genieten Edmond, zijn trouwe dorpsgenoot René, en alle andere miliciens van een unieke reis die hen over de evenaar tot in de havenstad Boma brengt. Ze leren de geheimen en legendes van de zee kennen, ondergaan stormen, en kijken vol bewondering naar de stille zonsondergangen. Aan de evenaar worden ze gedoopt en kent de kameraadschap een
hoogtepunt.
​
​

Thuiskomen
Ze gaan de zwarte mens in eenvoud tegemoet. In de vochtige hitte bieden ze medische hulp en reiken ze wat eten aan. Tot de terugreis snel wenkt. Eens terug in hun geboortedorp vertellen de jonge matrozen over de lange zeereis en de trouwe vriendschappen die hun leven voor altijd veranderden.




